Koolhydraten zijn opgebouwd uit verbindingen tussen koolstof-, waterstof-, en zuurstofatomen. De algemene verhouding tussen waterstof- en zuurstofatomen is 2:1. Hieronder zie je de opbouw van glucose, een koolhydraat.
Glucose is één van de simpelste en dus snelste koolhydraten die er bestaan. Waarom eenvoudig? Nou, je kan koolhydraten vergelijken met een kralenketting.
Elke kraal in de ketting stelt een suikermolecuul voor. Suiker is een koolhydraat bestaande uit maar een ‘kraal’. Hoe meer suikermoleculen, oftewel kralen, je aan elkaar hecht, hoe complexer de koolhydraat wordt. Hierdoor komen koolhydraten in allerlei verschillende soorten en maten voor. Om het voor ons mensen makkelijk te maken zijn er systemen bedacht om de verschillende soorten koolhydraten in op te delen.
Complex staat trouwens niet per definitie gelijk aan traag. Zetmeel (aardappelen) is bijvoorbeeld een complexe koolhydraat, maar wordt zeer snel opgenomen. Simpele koolhydraten, zoals fructose, kunnen ook langzaam worden opgenomen. Indien de voedingsbron veel vezels bevat en het in combinatie word gegeten met andere vetrijke en eiwitrijke producten. Je kunt hierover meer lezen in m’n artikel over de glycemische index.
Monosacharide
Dit zijn enkelvoudige suikers die de simpelste opbouw hebben. We onderscheiden de volgende soorten:
Glucose
Glucose is de basisbrandstof van je lichaam. Vrijwel alle voedingstoffen die als brandstof worden gebruikt door je lichaam worden uiteindelijk omgezet in glucose. In je dagelijkse voeding kennen we dit als druivensuiker en komt je komt het in de praktijk het vaakst tegen in de vorm van dextrose.
Fructose
Ook wel vruchtensuiker genoemd. Deze monosacharide is de suiker die voortkomt in zoete vruchten.
Galactose
Komt vooral voor in zuivelproducten.
Disacharide
Dit zijn kleine ketens twee monosacharide-eenheden. Er zijn dus maar een aantal combinaties mogelijk. De meest voorkomende soorten zijn:
Sucrose (sacharose)
Suiker die je thuis in een potje hebt staan en bijvoorbeeld in de koffie doet. Gewone tafelsuiker dus. Het bestaat uit fructose en glucose.
Lactose
Dit is een combinatie van de monosachariden glucose en galactose. Je vind deze variant vooral in zuivelproducten.
Maltose
Maltose bestaat uit 2 glucose moleculen en komt vooral voor in bier en verwante producten.
Oligosacharide
Dit zijn kleine keten van monosachariden (3-9). Er zijn dus al heel wat meer opties ten opzichte van mono- en disachariden. Je moet hierbij denken aan koolhydraten in peulvruchten, voedingsvezels of in melk.
Polysacharide
Dit zijn grote ketens van monosachariden, van enkele tientallen eenheden tot ketens van duizenden eenheden. Door de complexe en uiteenlopende structuur is het lastig deze categorie concreet uiteen te zetten.
We hebben het over alle koolhydraten die niet in de eerste drie categorie kunnen worden onderverdeeld.
In de praktijk kun je bijvoorbeeld denken aan koolhydraten in brood, rijst, havermout, aardappelen en pasta.
Laat een reactie achter